Gebruik paragraaf 3.2
Zoek in tweetallen op:
1. Wat betekenen de volgende regeringsvormen:
- Aristocratie
- Democratie
- Monarchie
- Tirannie
2. Bedenk bij elke regeringsvorm een voordeel en een nadeel
3. Kies de beste regeringsvorm uit en leg uit waarom je deze hebt gekozen